Onderstaande woordenlijst bevat een selectie van het whisky-jargon dat we tijdens Nosings & Tastings vaker voorbij zal komen.
ABV – Alcohol By Volume, alcoholpercentage. Geeft het volumepercentage alcohol in de whisky aan. |
Barley – Gerst (Hordeum Vulgare) |
Blend – Een whisky samengesteld uit meerdere soorten singlemalt whisky’s |
Bourbon – Amerikaanse whiskey, gemaakt volgens regels in de Bourbon Act. |
Bourbon Barrel – Ton, gemaakt van (wit) Amerikaans eiken waar bourbon op heeft gerijpt |
Butt – Ton, gemaakt van Europees eiken, afkomstig uit Spanje. Inhoud 500L |
Cask – Ton |
Cask Strenght – Vatsterk, deze whisky’s zijn direct vanuit het vat gebotteld en niet verdunt tot 40%. Hebben over het algemeen een hoger alcoholpercentage |
Chillfiltering – Filtratie onder lage temperaturen (-2 tot 4 graden Celsius) |
Coffey still – Destillatietoren bestaande uit 2 kolommen, vernoemdn naar de patenthouder (1830) Aeneas Coffey |
Cooper – Ton maker en reparateur |
Destillatie – Het scheiden van water en alcohol met behulp van verschil in kookpunt |
Dram – Glas whisky (28 tot 35ml) |
Fermentatie – Het proces van omzetting van suikers tot alcohol door middel van gist. Hierbij komt ook koolstofdioxide vrij |
Finish – Een laatste vatlagering waarbij whisky voor enkele maanden wordt nagerijpt op een nieuw vat. Dit heeft een grote invloed op de smaak van het eindproduct |
First Fill – De eerste keer dat een vat gebruikt wordt voor het rijpen van een Schotse whisky nadat het oorspronkelijke product erin heeft gezeten (bourbon, sherry, etc.) |
Glencairn – Glastype, gebruik als proefglas bij onze tastings |
Hogshead – Ton, gemaakt van uit elkaar gehaalde bourbonvaten en vergroot tot vaten met groter volume. Wordt ook wel Ox-Head genoemd. |
Kiln – Oven waarin kolen of turf wordt verbrand om warmte te genereren voor het drogen van de malt |
Malt – Ontkiemd en daarna gedroogd graan of gerst, in het Nederlands ‘mout’ genoemd |
Malting – Het laten ontkiemen en daarna droger van gerst waarbij enzymen vrijkomen die later in het proces zetmeel om kunnen zetten in suikers |
Mash – Mengsel van grofgemaken malt en warm water waarin de bij het kiemen ontstane enzymen zetmeel om gaan zetten in suikers (temperatuur ca. 60 Celsius) |
Mash tun – Ton waarin grof gemalen malt (mout) en warm water worden gemengd |
Mashing – Het laten ontstaan en extraheren van suikers uit de mout in warm water |
Maturation – Het opslaan en bewaren van whisky’s voor minimaal 3 jaar zodat het smaak en kleur krijgt |
NAS – No Age Statement, een whisky waarvan de rijpingstijd niet vermeld staat. |
New make – Destillaat direct van het destillatieproces |
Peat – Turf |
Pot Still – Koperen destillatiekolf |
Ppm – parts per million, wordt als eenheid gebruikt om rokerigheid van een whisky aan te duiden |
PX cask – Ton, hierin heeft Pedro-Ximenez-Sherry gerijpt |
Quarter Cask – Ton, inhoud van 125L |
Refill – Ton die voor de tweede maal met een Schotse whisky wordt gevuld (Bourbons tellen hier dus niet in mee) |
Reflux – Alcohol van vroege destillaten in de tweede destillatiekolf die onbruikbaar zijn als spirit en worden teruggeleid naar de kolf |
Rye – Whisky type dat voor minstens 51% van rogge is vervaardigd |
Sherry cask – Ton, gemaakt van Europees eiken waarin Sherry is gerijpt |
Single cask – Whisky gebotteld van één ton |
Single malt – Whisky van één enkele destileerderij |
Wash Still – Eerste destillatiekolf waarin de wash wordt gedestilleerd |
Washback – Ton of tank waarin de fermentatie plaatsvind: de omzetting van suikers in alcohol en koolstofdioxide door gisten |
Whiskey – Iers of Amerikaans destillaat |
Whisky – Schots destillaat |
Whiskybier – Bier van gerst, bevat geen hop en een hoog alcoholpercentage |
Wort – Mash met toegevoegde gist voor fermentatie. Bevind zich in de washback |